vrijdag 18 november 2016

De kracht van eigenwijs zijn.


Mensen vinden mij vaak eigenwijs, dat mag, want dat ben ik ook. Eigenwijsheid wordt soms onterecht als iets negatiefs gezien. Dat is jammer, want eigenwijze mensen bereiken vaak veel meer dan mensen die met de stroom mee gaan.
Uit ervaring kan ik zeggen dat mijn eigenwijsheid mij geen windeieren heeft gelegd. Al heel jong deed ik dingen die ik, volgens artsen of andere alwetende, niet zou kunnen met mijn (behoorlijk zware) lichamelijke  handicap. Als ik nooit eigenwijs was geweest, zou ik nu ergens kwijlend in een of ander tehuis zitten. In plaats van volop in het leven te staan met een zoon, op mezelf wonend met pgb (persoongebonden budget) en een eigen paard hebbend. Dit alles heb ik bereikt door stront eigenwijs mijn eigen pad te volgen en soms tegen hele heilige huisjes aan te trappen. 
In mijn strijd om mijn doelen te bereiken zijn er regelmatig mensen afgehaakt omdat ik, volgens hen, te eigenwijs was en niet mee wilde gaan in hun methode of hun adviezen niet genoeg opvolgde. Natuurlijk is dat jammer en pijnlijk, maar ook nodig om mijn doel te bereiken op de, voor mij, beste manier. Dat houdt niet in dat ik hun hulp en advies niet waardeer, maar dat het niet past in mijn visie. Er komt altijd wel weer iemand die weer een stukje mee gaat op mijn ingeslagen weg, tot die ook hun ideeën proberen op te leggen, hoe goed bedoeld ook. Het blijft mijn leven, dat alleen ik kan leven, op mijn manier.
Mijn eigenwijsheid valt denk ik ook meer op, omdat ik door mijn lichamelijke handicap overal hulp bij nodig heb en dus ook veel meer advies krijg. Iemand zonder handicap kan 20 keer iets proberen zonder dat iemand het hoeft te weten. Dat ligt bij mij iets anders. Zodra ik iets wil proberen, is er altijd iemand die het weet en zich er dus een mening over kan vormen en zich er mee kan bemoeien. Soms kan dat een heel benauwend gevoel geven, omdat je dan niet de kans krijgt om, niet als ieder ander, vreselijk onderuit te gaan en daar lessen uit te trekken voor jezelf. Dat kan soms heel verhelderend werken, denk ik. Het kan je stimuleren om andere manieren te zoeken en ontdekken wat goed is en minder goed is, voor het bereiken van je doel.
Iemand kan advies geven, maar als dat niet aansluit bij mijn ideeën, of niet goed voelt, dan leg ik dat naast me neer en ga mijn eigen weg. Als een ander dat eigenwijs vindt, prima. Ik noem dat, weten wat je wilt, vertrouwen in jezelf hebben en doorzetten.
Toen mijn zoon een jaar of 7 was zei hij: ”Mam ze noemen je eigenwijs, maar je bent eigenlijk eigen-wijs, omdat je gewoon weet wat je wilt.” Dat vond ik een prachtige uitleg. En daar houd ik me tegenwoordig stevig aan vast. 
Eigen-wijs genoemd worden beschouw ik nu dus als een mooi compliment, voelt veel beter en positiever. 

donderdag 14 februari 2013

Een handicap is nog geen beperking.



Volgens artsen ed val ik onder de zware spasten. Zo zou je mij inderdaad kunnen zien. Maar hoe zie ik mezelf…?

Allereerst ben ik vrouw, een partner (minnares) en moeder, met een handicap. Ik ben dus niet mijn handicap! Beperkingen? Ervaar ik eigenlijk niet. Ik kan geen berg beklimmen, dat is helemaal waar. Maar stel dat ik geen handicap had gehad, zou ik dan berg-beklimster zijn geworden? Waarschijnlijk niet. Dus is dat geen beperking.
Ik kan niet alles zelf, dat staat vast. Toch weerhoud mij dat niet om heel veel dingen te doen. Ik heb bijvoorbeeld een aangepaste winterjas genaaid. Niet met MIJN handen, maar met de handen van iemand anders. Zij had nog nooit iets genaaid, wist niks van patroontekenen of naaimachines. Ik heb met haar handen en mijn kennis die hele jas gemaakt. Precies hoe ik wilde (van een dekbed, heerlijk warm!). Geen enkele beperking dus.
Zo kook ik ook, met handen van iemand anders. Ik zit er naast zeg precies wat en hoe lang iets gebakken of gekookt moet worden, welke kruiden er in moeten enz, enz. Het is dus mijn gerecht, weg beperking.

Daarom vind ik “mensen met een beperking” niet goed klinken. Iemand zonder handicap die niet kan behangen heeft ook een beperking. Die laat ook iemand anders helpen, weg beperking. Iedereen heeft op een of andere manier een beperking. Het is maar net hoe je daar mee om gaat. Ik vind altijd wel een oplossing om dingen te doen die ik echt wil.

Ik kijk naar wat ik WEL kan (met of zonder hulp), wat ik NIET kan IS ONBELANGRIJK. Als het belangrijk was, had ik er vast iets op verzonnen.
Vaak bedenk ik zelf aanpassingen, ik ontwerp en teken ze in een 3d tekenprogramma en tegenwoordig print ik ze zelf uit met mijn 3D-printer. Wat nou beperking? Zo zijn er zo veel dingen die ik wel doe en mensen zonder handicap niet.
Een kleine greep uit de dingen die ik heb gedaan.

Zeilen in m’n eentje in een trimaran. Het roer aan mijn voeten zodat ik 2 handen vrij had om de schoot vast te houden. “Dat kan je niet.” zei iedereen, ik deed het. Won tussen neus en lippen de onderlinge wedstrijdjes van mensen met een veel lichtere handicap als ik. Op wilskracht en inventiviteit!

Combi-dansen: 4x NL-kampioen. De eerste die in een elektrische rolstoel op een EK meedeed. “Onmogelijk” zei de organisatie. Mijn valide danspartner en ik werden mooi derde. De Jury was verbaasd dat dat kon. Daarna nog 2de en 8ste geweest en eerste bij de open Belgische kampioenschappen. Wat kan niet? Zie jij een beperking?

Moeder worden. Wat heb ik een commentaar gehad van mensen. Ik zou egoïstisch zijn en geen goede moeder zijn. Mensen wisten niet dat ik mezelf die vraag al lang had gesteld en met een psycholoog had besproken. Hij zei: “Als je daarover durft na te denken, ben je het stadium van egoïsme allang voorbij."
De praktisch verzorging deed ik met de handen van iemand anders. Maar ’s morgens ging ik altijd als eerste zijn kamer binnen zodat hij mij als eerste hoorde. Hij werd eerst bij in mijn armen gelegd om even te knuffelen. Bij alles was ik betrokken. Ik maakte het contact, aaide met m’n neus over zijn wang of buikje praatte tegen hem, maakte grapjes, net als iedere moeder doet, zodat hij mij als moeder zou zien. De fles kreeg hij op mijn schoot. De gene die de fles vast hield zat buiten zijn gezichtsveld, zodat ik weer het contact met hem had. Dit alles hebben mijn partner en ik van te voren allemaal uitgedacht en besproken met de mensen die mij zouden gaan helpen. Het moest geen knuffelbeer van iedereen worden. Zoenen en knuffelen was voorbehouden aan directe familie.
Twijfels over of ik een goede moeder ben, tja, welke moeder heeft die niet? Of mijn zoon mij als moeder ziet, daar kan ik volmondig “ja” op zeggen. Mamma is alles voor hem. Net als elk jongetje wilde hij op zijn 9de met mamma trouwen. Hij was een jaar of 5 en speelde een keer met een Turks jongentje (waarvan de moeder geen nederlands sprak) in onze tuin. Ik praat moeilijk, dus dat jongetje zegt: “Jouw moeder praat raar, ik versta haar niet” zegt mijn zoontje: “Mijn moeder praat gewoon Nederlands. Jouw moeder praat ook raar, dat versta ik ook niet.” Einde discussie. Als kinderen vragen wat ik heb, zegt hij: “Ze heeft gewoon eigenwijze spieren, maar ze is de liefste moeder die er is EN ze heeft lekker 3 armen.”(ik heb een robot-arm op mijn elektrische rolstoel). Tot nu toe is de aanpak denk ik wel geslaagd. Wederom geen beperking.

En dan reed ik vroeger paard. Dat kon eigenlijk ook niet. Helaas deed ik het gewoon. Vroeger deed ik stap, draf en galop. Nu heb ik inmiddels mijn eigen paard waar ik een hele speciale band mee heb. Hij heeft mij gekozen, niet andersom. We hebben een aantal landelijke wedstrijden gereden wat heel goed ging. Hoewel mijn doel de paralympics 2016 was, heb ik moeten besluiten te stoppen met op hem rijden. Het zadel wat ik nodig heb is te lang voor zijn rug. Maar ik laat mijn hoofd niet hangen en heb alweer een nieuwe uitdaging bedacht. Dressuur-mennen! In maart 2019 is mijn paard beleerd voor een speciale menkar waar ik met mijn elektrische rolstoel op kan. Na 5 maanden mende al helemaal zelfstandig. Mijn men-instructeur was/is trots, want menig mens zonder handicap doet daar veel langer over zegt hij. Mijn nieuwe doel is de paralympics van 2028. We moeten nog wel even het dressuur-mennen een paralympische sport maken, maar dat lukt vast! Mennen is ook iets veiliger, ook omdat ik nu de verantwoording heb voor een kind, ben ik toch iets minder onbezonnen als vroeger.

De lijst kan nog veel langer met dingen die ik heb gedaan. Niet ondanks mijn handicap, maar met mijn handicap.

Zo zie ik dus mezelf. Een vrouw, partner (minnares) en moeder, met een handicap, maar zonder beperking.

Volgende